Limburgse Abrikozen-linzenvlaai

Een van de Limburgse klassiekers. Wie kent hem niet?

Volgens traditie wordt deze vlaai gebakken in een rechthoekige vorm en worden er geen punten maar rechthoeken van gesneden. De zogenaamde linzenstukjes. Maar hé, wie doet je wat? Hou je van rond, dan bak je hem rond 🤷🏻‍♀️

Je treft deze vlaai aan bij elke Limburgse bakker, je hoeft dus nooit ver te zoeken. 

Persoonlijk vind ik de linzenvlaai van de bakker echter meestal te zoet en als ik hem zelf bak is hij niet alleen veel lekkerder, maar dan bepaal ik ook zelf hoeveel suiker ik toevoeg.

Wat de vulling betreft is het ook helemaal aan jezelf welke je kiest. ik kies hier voor een goede kwaliteit abrikozenjam met zo veel mogelijk vruchten er in en zo min mogelijk suiker, maar hou je van zoet, neem dan gerust wat jij het lekkerst vindt. 

 

Deze vlaai kun je prima een paar dagen bewaren, hij wordt daar eigenlijk alleen maar lekkerder van, dus maakt hem gerust een paar dagen van te voren. Op dag drie is hij het lekkerst....

 

Voor het deeg:                                                                                 (Vlaaivorm dia 28cm of rechthoekig 20x25cm)

350 gram patent bloem (Je mag ook een mix van patent bloem en tarwebloem nemen)

1 zakje bakpoeder

70 gram (basterd)suiker

1 zakje vanillesuiker

1 snuf zout

3 eetlepels melk

1 ei voor in het deeg

en 1 ei, losgeklopt, om de vlaai mee te bestrijken.

150 gram koude boter (in blokjes gesneden)

Beetje gesmolten boter om de vlaaivorm in te vetten

een beetje paneermeel

optioneel: grove kristalsuiker ter decoratie 

Voor de vulling: 

1 pot (450 gram) abrikozenjam

 

En zo ga je te werk: 

Zeef de bloem, het bakpoeder, zout en de vanillesuiker in een kom. (Of in de kom van je keukenmachine als je die hebt.)

Voeg de (basterd)suiker toe 

Roer alles even door elkaar. 

Voeg het ei en de melk toe en de in stukjes gesneden koude boter. 

Kneed met je mixer met deeghaken (of in je machine met deeghaak) totdat zich een bal begint te vormen. 

Neem de bal uit de kom en kneed nog even met de hand na. 

 

Verdeel het deeg in twee delen. 

Een deel is straks voor de bodem en het andere voor het raster. 

Ik neem voor het deeggedeelte van de bodem altijd net ietsje meer dan voor het raster. 

Rol ze beiden tot een bal en verpak apart in plasticfolie. 

Leg de ballen voor een uur in de koelkast. 

Dat rolt straks makkelijker. 

 

Neem als de tijd voorbij is de ballen uit de koelkast. 

Verwarm je oven voor op 160gr. C.

Beboter de vlaaivorm en bestrooi dunnetjes met paneelmeel. Zorg dat je alles goed invet.

Bestuif het aanrecht met bloem. 

Rol de deegbal voor de bodem uit op het aanrecht. Deze moet een stuk groter zijn dan je vlaaivorm, 

want de wanden moeten ook bekleed worden. 

Je deeg lap zal nu maximaal een halve cm dik zijn.

Til de lap in je vlaaivorm en laat hem voorzichtig er in zakken. Druk de randen voorzichtig omhoog. 

Het is niet erg als je hier en daar wat "gaten" moet bijlappen. 

Zorg dat de hele vorm en de randen bekleed zijn. 

Prik met een vork gaten in het deeg zodat de lucht kan ontsnappen je je bodem niet omhoog gaat komen in de oven. 

Verdeel de vulling gelijkmatig over de bodem.  

Rol nu de tweede deegbal uit tot een rechthoek. 

Snij met een mes of met de pizzasnijder lange strookjes deeg van de rechthoek (ongeveer 1,5cm breed)

Leg de strookjes in een ruitpatroon naar keuze over de vulling en druk de randen een klein beetje aan. 

Als je klaar bent besmeer je het raster en de randen met het losgeklopt ei. 

Schuif je vlaai voorzichtig in de oven voor 35min. 

(Of iets meer/of iets minder, elke oven is anders. 

 

Als je vlaai gaar en goudbruin gebakken is haal je hem voorzichtig uit de oven en laat je hem in de vorm wat afkoelen. 

Haal hem voorzichtig uit de vorm en laat op een rooster verder afkoelen. 

 

Pas afdekken als hij geheel afgekoeld is en in de koelkast bewaren.

 

Smakelijk!

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.