Limburgse Nonnevotte 

Nonnevotte, ze zijn onlosmakelijk verbonden met vastelaovend. 

We noemen ze hier in Limburg ook wel "sjtrikke".

Zelf maken is helemaal niet zo moeilijk, maar als je een keukenmachine hebt dan is dit wel het moment om hem te gebruiken ☺

Met de hand kneden kan ook, maar dan ben je minstens een half uur aan het zwoegen. 

 

Het originele recept voor deze Nonnevotte is van Pauline Leenders, oud-deelneemster van "Heel Holland bakt" 

Ik heb een paar kleine aanpassingen gedaan. 

 

De ingrediënten:        voor 14 stuks

 500 gram tarwebloem

260 gram lauwe melk (gewoon afwegen)

9 gram droge gist

100 gram zachte boter

25 gram suiker

10 gram zout

1 losgeklopt ei

Olie om te frituren (ik gebruik zonnebloemolie)

Suiker en een snuf kaneel gemengd om ze in te dopen.

 

En zo maak je ze: 

Om te beginnen moeten alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn. 

De melk verwarm ik zelfs een paar seconden in de magnetron totdat deze lauwwarm is. 

Doe de gist bij de melk en voeg een snufje van de afgewogen suiker toe. 

Roer dit mengsel goed en zet een minuut of vijf aan de kant. De gist in de melk zal gaan schuimen. Dat zorgt er straks voor dat er lucht in je Nonnevotte komt. 

Sla deze stap dus niet over. 

Vervolgens meng je alle ingrediënten met elkaar in een kom. (Of als je die hebt in een keukenmachine.)

 Als je met de hand gaat kneden, begin dan in de kom en als het deeg een geheel wordt ga je verder met kneden op het werkblad. Wel even met een beetje bloem bestuiven, want het deeg plakt nogal. 

Kneed goed door. Zeker een minuut of twintig. Het deeg moet elastisch zijn. Het blijft een beetje plakken. Dat is prima. Denk niet dat je dus nog bloem moet toevoegen, dat hoeft echt niet. 

Als je het deeg tussen twee handen uit elkaar kan trekken en er een soort vlies ontstaat zonder dat het breekt dan mag je stoppen met kneden. 

Mocht je de keukenmachine gebruiken, dan meng je alle ingrediënten in de keukenmachine en laat je die met de deeghaak 5 minuten draaien totdat het deeg een soort bal geworden is. 

Vervolgens vorm je er 14 kleine balletjes van. (ze zullen ongeveer 65-70 gram per stuk wegen. 

Leg een schone theedoek op een dienblad of bakplaat. Leg hier de balletjes op. 

De ze af met plasticfolie en leg er nog een theedoek overheen. 

Zet dit dienblad op een warme tochtvrije plek voor 10 minuten. 

Na tien minuten neem je de balletjes en rol je ze voorzichtig uit op het werkblad tot worstjes van zo'n 20 cm. lang. Leg ze op volgorde aan de kant.  Als je het laatste bolletje uitgerold hebt tot een worstje dan neem je het eerst gemaakte worstje weer erbij en rolt het verder uit tot 40cm. Het deeg heeft dan de kans gekregen nog even te rusten en zal niet zo snel meer breken. 

Als je het eerste worstje hebt uitgerold tot een lengte van 40 cm, dan leg je de uiteinden voorzichtig over elkaar. Je maakt er dus eigenlijk een losse knoop in. Niet trekken! Gewoon voorzichtig doorhalen en terug op de theedoek leggen. Dat doe je vervolgens met het tweede worstje, dan het derde en zo voort. 

Als je alle strikken klaar hebt leg je het plasticfolie er weer overheen en een theedoek er bovenop. 

De Nonnevotte gaan nu voor een tweede keer rijzen. Deze keer laat je ze 30 minuten staan op een warme tochtvrije plek. 

In de tussentijd zet je een frituurpan of wok klaar met de olie. 

Verwarm als de dertig minuten bijna voorbij zijn de olie tot 180 graden, 

Til de Nonnevotte voorzichtig op en laat er een stuk of drie per keer in de olie glijden. Ze blijven drijven. Als de onderkant een bruin  kleurtje gekregen heeft draai je ze voorzichtig om. Het duurt maar een paar minuutjes. 

Neem de Nonnvotte vervolgens uit de olie en doop ze meteen in het suiker kaneel mengsel. Dit blijft er alleen aan plakken als ze nog goed warm zijn. 

Leg ze op een rooster om af te koelen. 

Ga nu verder met het frituren van de volgende ronde. enz. 

 

Nonnevotte zijn het lekkerst als ze vers gemaakt zijn.

Wil je ze toch bewaren (of een gedeelte ervan) vries ze dan in als ze afgekoeld zijn. Let op: doop ze dan niet eerst in het suiker-kaneel mengsel!

Op het moment dat je ze wilt gaan eten leg je ze nog bevroren een paar min in een voorverwarmde oven op 180 graden. 

Blijf er even bij. Iedere oven is anders. Het is moeilijk te zeggen hoe lang het duurt, maar het zal niet meer dan een minuut of tien zijn. 

Als ze warm uit de oven komen doop je ze pas in het suiker-kaneel mengsel. 

 

Smakelijk!

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.