Limburgse rijstevlaai 

Als echte Limburgse kan ik het natuurlijk niet laten om mijn recept van Limburgse rijstevlaai te delen. 
Het is helemaal niet zo moeilijk om zelf rijstevlaai te maken. Probeer het maar eens. 

Naar wens decoreer je hem achteraf nog met een dikke laag slagroom en geraspte chocolade. Zo zul je hem het meest vinden hier in Limburg.

Het hoeft natuurlijk niet, want hij is "kaal" ook al bijzonder lekker 😋 

Zoals jullie weten ben ik geen voorstander van erg zoet. Ik gebruik dus ook minder suiker dan gebruikelijk in mijn vlaai recepten. 

Hou je zelf wel van zoet voeg dan gerust wat meer suiker toe in de vulling. Dat kan geen kwaad. 

Wat heb je nodig: 

Voor de bodem:

200 gram bloem

1 zakje gedroogde gist (7gr)

100 ml melk lauwwarm

1 theelepel suiker

Een snufje zout

20 gram boter

1 ei

 

Voor de rijstvulling:

1 liter volle melk

100 gram paprijst 

75 gram suiker

1 eetlepel maïzena en 1 eetlepel koud water gemengd. 

3 eieren

1 theelepel vanille-essence. 

 

En zo maak je het:

 

Begin met de vulling. 

Doe de melk in een pan. Voeg de rijst en de helft van de suiker toe.

Breng aan de kook. Leg een deksel op de pan en laat op een laag vuurtje koken. Het kan wel een uurtje duren totdat de rijst gaar is. Roer zo nu en dan even door. 
met het maïzena papje kun je de rijstepap binden als deze nog te dun is. Voeg de eetlepel maïzena gemengd met een eetlepel koud water daarvoor toe aan de kokende rijst en roer goed door.

Laat het mengsel afkoelen terwijl je de bodem maakt.


Los daarvoor het gist op in de lauwwarme melk met de suiker en zet een paar minuten aan de kant.

Zeef de bloem in een kom. Voeg het zout, de boter en het ei toe.

Voeg het gistemengsel toe aan de bloem en mix met de machine of met je handen tot een soepel deeg. 
Als het deeg nog te nat is voeg je een beetje bloem toe. 
Vorm een bal van het deeg. Leg hem terug in de kom en dek af met plasticfolie en een schone theedoek. 
Laat een uurtje rusten en rijzen. 

Verwarm je oven voor op 200gr. C

Neem het deeg er weer bij. Kneed even door en rol uit tot een lap die past in je vlaaivorm. 
Bekleed ook de randen van je vorm. 
Ik maak de rijstevlaai zelf graag in een springvorm van 22cm omdat ik hem graag wat hoger heb. Een gewone vlaaivorm is wat groter en je vlaai zal dan dus wat lager worden. Beide opties zijn prima.

Prik de bodem een paar keer in met een vork. 
Leg er opnieuw plasticfolie en een schone theedoek overheen.

Nu ga je de vulling verder verwerken.
Splits daarvoor de eieren. Roer de dooiers schuimig met de rest van de suiker en een theelepel vanille-essence en schep dit door de afgekoelde rijstepap

Klop de eiwitten stijf in een vetvrije kom totdat er pieken ontstaan. 
Voeg de helft van dat stijfgeklopte eiwit toe aan de rijstepap. 
Verdeel nu de helft van de rijstepap over de bodem. 

De rest van het stijfgeklopte eiwit vedeel je over de achtergebleven helft van de rijstepap. 
Dan voeg je ook die helft van de rijstepap toe aan de bodem. 
Je hebt dus nu in de bovenste helft wat meer eiwit dan in de onderste helft. Dat zorgt er straks voor dat de bovenkant lekker luchtig en bubbelig wordt. 

Schuif je vlaai in het midden van je oven en bak voor 25-30 minuten. Draai indien nodig als de achterkant sneller bruin wordt dan de voorkant. 

Laat de vlaai in de vorm afkoelen anders zal de vulling weglopen. 
Als je een springvorm hebt gebruikt kun je de rand er na het afkoelen vanaf halen.

Heb je een gewone vlaaivorm gebruikt dan zul je je vlaai na het afkoelen voorzichtig moeten omdraaien met behulp van een rooster om hem uit de vorm te krijgen. 

Optioneel voeg je na het afkoelen een dikke laag slagroom toe en wat geraspte chocolade er overheen. 

 

 

Smakelijk! 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.